Die belofte van die Genadeverbond

Herman N Ridderbos (1909-2007)

– Wat is die verbond ?

– Wat is die doop ?

– Wie behoort aan die genadeverbond ?

– Wie deel aan die belofte van die genadeverbond ?

Dit is vrae wat deur die eeue mee geworstel is vanuit die Skrifte oor die verbond.

In die 20ste eeu het hierdie en ander sake in die Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) tot ‘n kerkskeuring gelei.

Daaroor kan meer gelees word by hierdie skakels:

INLEIDEND

Twee sienings van die Genadeverbond, Louis Berkhof

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/die-genadeverbond-volgens-louis-berkhof.pdf

Bronne oor verbondstryd in Nederland in die eerste helfte van die 20ste eeu, S Le Cornu

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/brief-oor-dokumente-oor-verbondstryd.pdf

VERBONDSTRYD IN NEDERLAND

Stryd en skeuring in die Nederlandse Kerke (1940’s, oor die verbond), prof. S. Du Toit

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/skeuring-in-ndl-s-du-toit.pdf

KERKLIKE VERKLARINGS OOR DIE VERBOND

De Verklaring van de Synode van Utrecht (1905) over het punt van de onderstelde wedergeboorte (van die GKN)

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/1905-utrecht-verklaring.pdf

De Leeruitspraak van 1942 (van die GKN Sinode-Utrecht) aangaande genadeverbond en selfondersoek

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/1942-uitspraak-oor-genadeverbond.pdf

Verklaring van Gevoelen, 1943 (antwoord van Vrygemaaktes op bogenoemde leeruitspraak)

https://proregno.files.wordpress.com/2010/06/verklaring-van-gevoelen1.pdf

Die Vervangingsformule van Utrecht 1946 (wat die verklaring van 1942 vervang het)

https://proregno.files.wordpress.com/2010/07/vervanginsformule-van-utrecht-1946.pdf

Sien ook hier meer artikels: Vriend van God – artikels oor die genadeverbond

Ek plaas graag nou ook ‘n boekie hier van dr. Herman N. Ridderbos, wat verduidelik wat op die spel was in hierdie kerkstryd in die Nederland, spesifiek oor die aard van die belofte van die genadeverbond.

Is die belofte van die genadeverbond voorwaardelik of onvoorwaardelik ?

Hier is die volledige teksDe belofte van het genadeverbond

Ek plaas ook die inhoudsopgawe en inleiding hier:

Inhoudsopgawe

I. Het laatste bolwerk ….. 3

II. Verkenning van het terrein ….. 5

III. De Joodsche opvatting van Verbond en belofte ….. 8

IV. De onvoorwaardelijkheid van de belofte ….. 9

V. De belofte als levendmakende kracht ….. 12

VI. Oud en nieuw nomisme ….. 15

VII. Belofte en geloof ….. 17

VIII. De verzegeling der belofte ….. 21

IX. De belofte en het zaad ….. 24

X. De belofte en de zekerheid des geloofs ….. 26

I. HET LAATSTE BOLWERK

Het dogmatisch conflict, dat onze kerken in zoo groote beroe­ring gebracht en tot zulk een rampzalige verdeeldheid aanleiding gegeven heeft, vertoont voor den opmerkzamen toeschouwer, als men het zoo noemen mag, het beeld van een beweeglijken oorlog. Nu eens concentreert zich alles om deze, dan weer om die stelling.

Vooral drie vragen, die onderling ten nauwste samenhangen, zijn telkens weer in het geding, nl.

– wat is het Verbond,

– wat is de Doop en

– wat is de belofte van het Genadeverbond ?

In verband met de concrete aanleiding van den strijd, nl. de leeruitspraken van 1905 en 1942, gaat het daarbij speciaal over de vraag, in hoeverre de inwendige genade, nl. het werk van den Heiligen Geest in het hart van den mensch, met het Verbond der genade gegeven is en door den Doop verzegeld wordt. Zooals bekend, wordt van de zijde dergenen, die de genoemde leeruitspraken tegen iederen prijs meenen te moeten bestrijden (slc – Vrygemaakte standpunt), geleerd, dat deze in­wendige genade niet tot het wezen van het Verbond behoort, doch slechts als een bijkomend werk Gods beschouwd dient te worden. Daarom kunnen zij zich er niet bij neerleggen, dat wij de kinderen des Verbonds, krachtens de belofte van het Verbond en als met den Doop begiftigd, te houden hebben voor wedergeboren en in Christus geheiligd, wanneer men onder deze laatste woorden nl. ook de innerlijke heiliging moet verstaan.

Nu is het opmerkelijk — en daarom sprak ik van een beweeg­lijke oorlogvoering —, dat men den strijd al meer terugtrekt op het beloftebegrip.

Van de zijde dergenen, die voor de leer der kerk opkomen (slc – GKN [Gereformeerde Kerken Nederland], min of meer Kuyper se standpunt maar duidelik wel nie presies dieselfde nie, sien leeruitsprake hierbo]), is uit den treure aangetoond, dat volgens de klare uitspraken der Schrift de inwendige genade toch metterdaad een gave des Verbonds is. Men kent bijv. de bewijsplaatsen uit Jer. 31 : 33; Jes. 59 : 21, Jes. 44 : 3. Ook is bij herhaling een beroep gedaan op de belijdenis, volgens welke de Doop een verzegeling is van de reiniging door het bloed en den Geest van Christus, niet als een in het uitzicht gestelde mogelijkheid, doch als een reeds in beginsel gerealiseerde werke­lijkheid, waarvan door den Doop de doorwerking van Godswege verzekerd wordt. Ook zijn reeds meermalen de Schriftplaatsen aan­gehaald, die den Doop metterdaad als een verzegeling van een reeds plaats gevonden innerlijke reiniging kenschetsen 1).

[voetnota 1: Vgl. bijv. mijn Verbondscollectivisme, p. 6—12; 33—34.5]

Om nu aan de klem van deze bewijsvoering te ontkomen, beroepen de bestrijders van deze leer zich telkens weer op het feit, dat de inwendige genade in het Verbond slechts voorkomt als een belofte; en eveneens, dat de Doop de belofte van het Genadeverbond verzegelt, hetwelk, naar hun beschouwing, nog niet wil zeggen, dat de vervulling van die beloften in het Verbond en in den Doop ook reeds verondersteld wordt. In het beloftebegrip meenen zij de ruimte te vinden, die zij voor hun beschouwing noodig hebben; daardoor meenen zij een distantie te kunnen scheppen tusschen Verbond en Doop eenerzijds en wedergeboorte anderzijds.

Dat deze distantie niet slechts betrekking heeft op den tijd der wedergeboorte (waarvoor, zooals men weet, ook in het slot van 1905 ruimte gelaten is), maar op de wedergeboorte zelf, blijkt dui­delijk daaruit, dat aan de belofte van het Verbond der genade in alle opzichten een conditioneel karakter wordt toegekend, d.w.z. zij wordt afhankelijk gesteld van het geloof. Wie aan deze conditie voldoet, ontvangt den zegen van het Verbond, nl. de vervulling der belofte; geschiedt dit echter niet, dan slaat de belofte in haar tegendeel om en treedt de wraak of de vloek des Verbonds daarvoor in de plaats.

Vraagt men, wat de bezwaarde of uitgetreden broeders beweegt, daarop zoo grooten nadruk te leggen en daarvoor zelfs de kerk te verscheuren, liever dan zich bij de belijdenis der kerk neer te leggen, dan dient gewezen op het collectivistische uitgangspunt van hun beschouwing. Volgens hen zijn alle kinderen der geloovigen op dezelfde wijze in het Verbond begrepen, ontvangen zij allen in denzelfden zin den vollen Doop en de volle belofte. Dat is de groote, allesbeheerschende gedachte van heel hun opvatting, omdat anders, naar zij meenen, aan de zekerheid van het Ver­bond en aan de zekerheid des geloofs binnen het Verbond te kort gedaan zou worden.

En deze collectivistische grondgedachte is natuurlijk alleen dan te handhaven, wanneer de inwendige genade niet zelf met het Verbond gegeven en door den Doop bezegeld wordt, maar slechts in den vorm van een voorwaardelijke belofte aan allen geschonken wordt. Vandaar dit concentreeren van heel het geding rondom het beloftebegrip. Zou ook deze stelling moeten worden ontruimd, dan zou heel het verzet tegen de aangenomen kerkleer ineenstorten.

Daarom ligt in het conditioneele beloftebegrip het laatste bol­werk van de uitwendige, collectivistische Verbondsbeschouwing onzer dagen.

Hier is die volledige teksDe belofte van het genadeverbond

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Blog at WordPress.com.

Up ↑

%d bloggers like this: