Tien jaar na die herstigting van die Gereformeerde Kerke in SA, in 1869 by haar vierde ‘Algemene Synodale Kerkvergadering’, het die kerke reeds besluit dat geen lidmate lid mag wees van enige geheime organisasies nie:
“Art. 109.
Wordt van de orde afgeweken, en gesproken over de vrijmetselarij. De Synode bespreekt dit en besluit weder over te nemen art 43 van de tweede Synodale handelingen, welk artikel dus luidt: De Synode have dure roeping gevoelende om te waken voor de geestelijke belangen der gemeenten haar van God zelven toebetrouwd, Hand. xx : 28, acht zich ook verpligt, om de gemeenten te waarschuwen tegen gevaren, waarin sommige leden uit onkunde of wereldzin ongelukkig eens kunnen vervallen, daarom maakt de Synode al hare gemeenten opmerkzaam op onze gel00fsbelijdenis en met het oog op de omstandigheden des tijds bepaaldelijk op arts. 7, 27, 28 en 29 dier beljdenis.
En verklaart bij dezen, dat iemand die lid wordt van geheime genootschappen als, b.v., het Vrijmetselaars genootschap, of eenig ander geheim genootschap, geen lidmaat van de Gereformeerde Kerk, onder haar bestuur, kan zijn noch blijven; naardien de christelijke kerk eene geestelijke en openbare vereeniging is, die geene gemeenschap kan noch mag oefenen, met vereenigingen of genootschappen die buiten haar en vreemd van haren geestelijken en hemelschen aard en natuur zijn. Zie 2 Cor. vi : 14-18 ; Joh.iii: 19-21.
Derhalve, worden alle lidmaten hiertegen gewaarschuwd en vermaand voor zichzelven acht te geven en ten dezen opzigte, ook op elkander acht te geven en daartegen te vermanen, en zoo dit niet baat, dezulken ook bij den kerkeraad bekend te stellen.
Tevens en vooral werden de kerkeraden alom ernstig vermaand, hierop te letten en hiertegen te waken.”
Weet iemand of dit sedertien verander het, dalk in die 20ste eeu om plek te maak vir die Broederbond ?
Sien ook hierdie verslag van die Ortodox Presbyterian Church (‘n kerkverband met wie die GKSA kerklike eenheid het), oor die Vrymessalery en geheime organisasies oor die algemeen:
Christ or Lodge – a Report on Freemasonry
“The committee finds that the evidence presented concerning the religion of Masonry permits but one conclusion. Although a number of the objections commonly brought against Masonry seem to the committee not to be weighty, yet it is driven to the conclusion that Masonry is a religious institution and as such is definitely anti-Christian.
Far be it from the committee to assert that there are no Christians among the members of the Masonic fraternity. Just as a great many who trust for eternal life solely in the merits of Christ continue as members of churches that have denied the faith, so undoubtedly many sincere Christians, uninformed, or even misinformed, concerning the true character of Freemasonry, hold membership in it without compunction of conscience. But that in no way alters the fact that membership in the Masonic fraternity is inconsistent with Christianity.”
Leave a Reply